Fred de Heij (illustraties), Ad Maas (tekst), Ehrenfest! (Museum Boerhaave, Leiden 2015), 50 pagina’s, € 7,95.
Als er één natuurkundige een stripverhaal waardig is, dan is het Ehrenfest. Zijn leven is op zich al bijna een stripverhaal. Deze energieke fysicus wist in een tijd van verwarrende ontwikkelingen de natuurkunde te verlevendigen door deze te vatten en verhelderen in pakkende beelden. Hoe toepasselijk dat Fred de Heij en Ad Maas het leven van Ehrenfest zelf in beelden weten te vangen, waarbij ze slagen een nieuwe dimensie aan de beschrijving van deze flamboyante wetenschapper toe te voegen.
De lezer wordt het verhaal binnengeleid door niemand minder dan Einstein, die het levensverhaal van zijn goede vriend vertelt. We zien het leven van deze Oostenrijkse fysicus tragisch starten. Als kleine jongen wordt hij lastiggevallen omdat hij joods is, en hij verliest al jong beide ouders. Hij vindt houvast in de wetenschap; als student te Wenen wordt Ehrenfest gepokt en gemazeld door Ludwig Boltzmann. Ehrenfest zou levenslang aan terugkerende depressies lijden. Desondanks bleek Ehrenfest briljant in het ontdekken van tegenstrijdigheden en inconsistenties, en het verhelderen van onduidelijkheden, in het werk van anderen. In 1912 volgde Ehrenfest de Nederlandse Nobelprijswinnaar Lorentz op als hoogleraar theoretische natuurkunde aan de Universiteit Leiden. Na Ehrenfests komst groeide Leiden van slaperig provinciestadje uit tot een internationaal centrum waar de allernieuwste ontwikkelingen in de theoretische fysica werden bediscussieerd, met Ehrenfest als charismatisch middelpunt. Het boek beschrijft treffend zijn innige relatie met zijn studenten. We zien dat collega’s hun ideeën graag in Leiden komen toetsen om feedback te krijgen van Ehrenfest en zijn studenten. Overal waar hij kwam stimuleerde hij mensen nieuwe wegen in te slaan. Ehrenfest zelf had daar overigens grote moeite mee. Hoewel anderen het tegendeel zagen, voelde hij zich niet in staat om uit de schaduw van zijn grote voorganger Lorentz te treden. Maar mondjesmaat kwam hij toe aan eigen creatief werk. Ehrenfest had het gevoel de hectische ontwikkelingen binnen de kwantummechanica in de jaren twintig van de vorige eeuw niet meer te kunnen bijbenen, laat staan dat hij dacht dit aan zijn studenten te kunnen onderwijzen. De zaak verergerde nog toen Hitler in 1933 aan de macht kwam. Ook zijn huwelijk kwam onder spanning te staan. Daarnaast werd zijn verstandelijk beperkte zoon Vassily verzorgd in een dure instelling, en Ehrenfest vroeg zich af hoe hij de zorgkosten kon blijven betalen. Zijn depressie werd dieper. Op 25 september 1933 schoot Ehrenfest zijn zoon Vassily dood in de Amsterdamse kliniek waar deze verbleef, waarna hij zichzelf ombracht. Dit vormt het dramatisch slotstuk in het stripboek, waarna we Einstein nog eens met weemoed terug zien kijken op de tijd dat zijn vriend Ehrenfest nog leefde en erin slaagde helderheid te scheppen in de chaotische ontwikkelingen.
Het beeldverhaal als medium in de wetenschapsgeschiedenis staat in de belangstelling. In de VS blijkt uitgever G.T Labs sinds 2001 prijswinnende strips uit te geven over wetenschappers en wetenschappelijke ontwikkelingen. Na Newton in Nederland, de strip die in 2009 van de hand van Peter FitzVerploegh, Rene Bergmans en Ad Maas verscheen, is dit de tweede in zijn soort in Nederland. Deze ontwikkeling is toe te juichen, omdat een stripboek potentieel een groot publiek aanspreekt. Zelf herinner ik met veel genoegen hoe mijn brein met de vaderlandse geschiedenis geïmpregneerd werd door het lezen van de stripboeken uit de reeks Van nul tot nu.
Daarnaast is dit boek te plaatsen binnen een recente interesse voor het leven van Ehrenfest. Na het schrijven van het eerste deel van zijn biografie over Paul Ehrenfest vulde Martin Klein de lange stilte die sinds 1970 viel op met enkele artikelen over Ehrenfest, om echter nooit meer toe te komen aan deel 2. Twee dozen met archiefmateriaal welke hij indertijd van de familie van Ehrenfest had gekregen zijn onlangs herenigd met het reeds omvangrijke Ehrenfest-archief in het Museum Boerhaave. In Nederland is de laatste jaren veelvuldig over Ehrenfest geschreven; het boek noemt onder andere het werk van Hollestelle, Van Lunteren en Rispens, maar daarnaast zijn er onder andere bijdragen verschenen van Pim Huijnen & Anne Kox, en Dirk van Delft.
Op dit secundaire bronnenmateriaal is dit boek gebaseerd. Daarmee is dit boek wel degelijk te plaatsen als een belangrijke bijdrage aan de wetenschapsgeschiedenis. Want het in beelden vatten van de geschiedenis van de wetenschap is een belangrijke manier om een groot publiek te bereiken en enthousiasmeren. Dat is ook de missie van Museum Boerhaave, ons trotse uithangbord van de Nederlandse wetenschapsgeschiedenis, en daar zijn De Heij en Maas hier zeker ook in geslaagd.
Het verhaal is voor mij niet nieuw; desondanks heb ik er intens van genoten en op vele momenten ook hartelijk moeten lachen. Het boek is net als Ehrenfest zelf ‘witzig’: zo knipt Ehrenfests dochter Galinka op pagina 21 de brief van Lorentz stuk om er een Möbiusband van te vouwen. Het beeld van Ehrenfest die zichzelf maar niet uit de schaduw van Lorentz ziet treden wordt op pagina 42 op een schrijnende – maar toch ook wel geestige – manier in één plaatje samengevat. Ehrenfests voorliefde voor Tolstoi komt bij gelegenheid om de hoek zeilen, bijvoorbeeld wanneer in het boek de depressies van Ehrenfest ter sprake komen.
Inside jokes bevat het boek ook; wanneer Schrödinger aan zijn schrijftafel zijn golffunctie opschrijft, wacht zijn maîtresse ondertussen ongeduldig op het bed, waarmee wordt gedoeld op de beroemde uitspraak van Hermann Weyl die dit werk van Schrödinger (overigens inderdaad gedaan tijdens een buitenechtelijke escapade in Davos) typeerde als een ‘late erotische uitbarsting’.
Natuurlijk zou ik het kunnen hebben over sommige redeneringen die kort door de bocht zijn of dat sommige details missen of niet kloppen. Wellicht jammer is dat de crisisjaren en haar gevolgen voor Ehrenfests financiële situatie onaangeroerd blijven, want daardoor kan men duiden waarom het kostenprobleem rond de verzorging van Vassily juist op dát moment urgent werd. Dat zijn ontslagen joodse collega’s in Duitsland hem bedolven onder hulpverzoeken en de zware wissel die dit op hem trok blijft ook onderbelicht. Dit is onvermijdelijk voor het gekozen medium, en dit doet bovendien niets af aan het verhaal zelf.
Juist door de snelheid van het verhaal wint deze aan kracht. De auteurs willen niet alomvattend zijn en desondanks lukt het ze om in een kort beeldverhaal met een behoorlijk detailniveau de belangrijkste elementen uit Ehrenfests leven, én in de context van hun tijd, naar voren te brengen. De illustraties zijn krachtig, met oog voor detail. Wat helder naar voren komt is een beeld van de wervelende persoonlijkheid van Ehrenfest en wat hij voor de natuurkunde betekend heeft.
Het boek is de kleine acht euro die het kost dubbel en dwars waard. Ik kan eenieder aanraden dit boek te lezen. Waar ik simpelweg geen mening over durf te geven (en waar te mijnen huize de meningen over verdeeld waren), is of de relatieve leek waar deze uitgave op gericht is ook door het verhaal gegrepen wordt en of deze lezer dit korte verhaal in al haar prachtige omvattendheid weet te duiden en te waarderen. Ik hoop het van harte en nodig eenieder uit om hierop een mening te geven in deze blog. Ondertussen feliciteer ik De Heij en Maas op persoonlijke titel met hun job well done.