Een koffer met lenzen

Als conservator van het Erasmus MC is het mijn taak interessante en belangrijke objecten te signaleren en te bewaren als erfgoed. En soms meert er inderdaad op de kade in Rotterdam een fascinerend object aan, zoals een onderzoekskoffer met testlenzen van oud-professor Gert van den Brink.[1] Een dergelijk object geeft een nieuw inkijkje in de wetenschaps- en universiteitsgeschiedenis van Rotterdam en Delft.

Op 18 maart 2019 ontving ik via griffier Marlies Pol een mail van Marieke van den Brink-Verhoeff. Haar schoonvader was tot 1987 verbonden geweest aan de medische faculteit Rotterdam, waar hij onderzoek deed naar zintuigfysiologie. In zijn nalatenschap zat nog een koffer met lenzen (zie foto hieronder). Of het misschien bij het Erasmus een plekje kon krijgen.

Ik vroeg haar naar het verhaal achter de koffer, maar bijzondere medische verhalen had ze niet. Ze zou navraag doen bij haar schoonzus en echtgenoot. Wel herinnerde ze zich dat ze af en toe een bril met diverse lenzen op haar neus kreeg en testjes van haar schoonvader onderging.

Ook later, toen Mariekes schoonvader al was overleden, bleef de koffer in gebruik. Rond kerst zag haar moeder opeens dubbel. Vanwege de feestdagen kon het oogziekenhuis Rotterdam haar op dat moment niet helpen. Mariekes man pakte de koffer erbij, plakte een aantal lenzen uit de bewuste koffer op haar bril, en toen kon moeder weer Kerstmis vieren in afwachting van onderzoek van de oogarts.

Wat is het?

Op 25 april nam ik de koffer via de koeriersdienst in ontvangst. De zwarte koffer met houten binnenwerk – ooit aangeleverd door instrumentenfabriek Laméris in Utrecht – is een brillendoos met zo’n 120 testlenzen en twee proefmonturen. De sferische lenzen werden gebruikt voor het aanmeten van een bril.

De eenheid voor sterkte van de lenzen is aangeduid met dioptrie (1 dpt = 1 m-1). De lenzen met nikkel rand aan de linkerkant van de doos zijn concaaf of hol (bijziendheid). De lezen aan de rechterkant met koperen rand zijn convex of bol (verziendheid).

Dat Prof. Van den Brink een dergelijke koffer in zijn bezit had, is niet verwonderlijk. Als expert in zintuigfysiologie onderzocht hij de visuele en auditieve waarneming en de daaraan ten grondslag liggende neuronale informatieverwerkende processen: Hoe verwerkt het centraal zenuwstelsel akoestische en optische informatie tot datgene wat we waarnemen? [2]

Wie was Gert van den Brink?

Door de link met Van den Brink was ik meteen enthousiast voor het opnemen van de koffer in de collectie. Op zich is een dergelijke koffer niet uniek. Maar Van den Brink was een belangrijk figuur uit de beginperiode van de Medische Faculteit Rotterdam (MFR).

In 1966 begon het eerste cohort geneeskundestudenten aan hun studie aan de MFR. Qua curriculum was Rotterdam koploper op het gebied natuurwetenschappelijke colleges en practica. Dit lukte dankzij de loyale medewerking van de Technische Hogeschool te Delft. [3]

Daar moest het niet bij blijven. ‘Voorop staat onze grote wens, een stevige samenwerking Rotterdam-Delft tot stand te brengen,’ aldus decaan Andries Querido. [4] Er moest een hoogleraar benoemd worden in de biologische en medische natuurkunde, zowel in Rotterdam als in Delft, om de gewenste samenwerking te realiseren.

Na het raadplegen van Nederlandse hoogleraren in de medische fysica kwam de naam van Van den Brink al snel bovendrijven: ‘zijn experimentele vaardigheid wordt geroemd … hij heeft een fantasierijke en productieve aanpak … een uitermate plezierig persoon.’ [5]


Afb. 2: In de aula van de TH Delft feliciteren hoogleraren en damesprofessoren Gert van den Brink en mevrouw Van den Brink (rechts). Bron: TU Delft Beeldbank, 1969

Op woensdag 26 maart 1969 sprak Van den Brink zijn oratie uit in de aula van Delft (zie foto hierboven). Zijn oratie was getiteld: ‘Hoe ons het horen en zien vergaat.’ [6] In Rotterdam maakte Van den Brink de studenten bekend met de natuurwetenschappen en met de technologische mogelijkheden. In Delft ging hij de studenten juist vertrouwd doen raken met fysiologie en klinische problemen.

R&D: Rotterdam & Delft

Was dat partnerschap tussen Rotterdam en Delft nu duurzaam? Dat leek aanvankelijk wel zo (zie afbeelding 3). In 1973 opende het Instituut Medische Technologie. Hiervoor ging de afdeling Medische Natuurkunde in Rotterdam veel samenwerken met Electrotechniek en Technische Natuurkunde in Delft. Ook werd Jack Kingma aangetrokken als professor medische technologie.


Afb. 3: Krantenartikel in het Algemeen Dagblad, 17 juli 1970. Bron: KB Delpher kranten.

Maar ondanks de voorgenomen goede samenwerking wilde het niet boteren. Met Van den Brinks focus op zintuigen werd fundamenteel onderzoek gedaan, maar bleven technologische innovaties uit. Kingma ging na 3 drie jaar gefrustreerd weg. En in een tijd van bezuinigingen gaf de TH Delft de voorkeur zich te richten op haar kernvakgebieden, ten koste van multidisciplinaire projecten zoals medische technologie. [7]

Maar uitgerekend in dezelfde week dat de koerier de koffer bij mevrouw Van den Brink-Verhoeff ophaalde, verscheen het nieuwsbericht dat de besturen van het Erasmus MC, EUR en TU Delft maakten bekend dat ze nauwer willen gaan samenwerken.

De instellingen willen hun wetenschappelijke samenwerking, in het bijzonder op het gebied van gezondheid, structureel versterken en opschalen. ‘Ik ben er van overtuigd,’ zei bestuursvoorzitter van het Erasmus MC Ernst Kuipers, ‘dat een nauwe samenwerking tussen verschillende disciplines, waarbij kennis, expertise en methodologie uit diverse domeinen samen worden gebracht, een noodzakelijke stap is op weg naar een gezonde toekomst.’ [8] De samenwerking werd verder groots aangekondigd met een artikel in Nature. [9]

Het samenbrengen van geneeskunde en biomedische wetenschappen kan inderdaad leiden tot nieuwe kennis over gezondheid en zorg. En hopelijk zal de synergie tussen Delft en Rotterdam inderdaad leiden tot technologische innovaties. Maar met de carrières van Van den Brink en Kingma hebben we gezien dat pogingen tot samenwerking al ver terug gaan. Bovendien waren ze alles behalve gemakkelijk. Ik ben ervan overtuigd dat inzicht in het verleden helpt bij het vormgeven van een blik op de toekomst. Daarom heb ik gelijk de minitentoonstelling Smart Partners in elkaar gezet om de langere geschiedenis van R&D te laten zien, met de koffer van Van den Brink als topstuk.


Ruben Verwaal is conservator medisch erfgoed bij het Erasmus MC in Rotterdam. Hij verzamelt, documenteert, onderzoekt en ontsluit objecten die het unieke verhaal van het Erasmus MC en haar voorgangers vertellen. Heb je suggesties of vragen? Mail Ruben op r.verwaal [at] erasmusmc.nl


[1] Onderzoekskoffer G. van den Brink, Erasmus MC Erfgoed, inv. nr. 01333.

[2] Zie bijvoorbeeld G. van den Brink, “Visuele adaptie- en inductieverschijnselen”, Nederlands Tijdschrift voor Fotonica (juni 1984): 21-31; G. van den Brink en F.A. Bilsen (red.), Psychophysical, Physiological and Behavioural Studies in Hearing: Proceedings of the Fifth International Symposium on Hearing, Noordwijkerhout, the Netherlands, April, 8-12, 1980 (Delft: Delft University Press, 1980); P.E. Voorhoeve, W.G. Walter en G. van den Brink, Physiologie van het Centrale Zenuwstelsel en de Zintuigen. 3e, geheel herz. dr. (Amsterdam: Agon Elsevier, 1974).

[3] Timo Bolt en Mart van Lieburg, Erasmus MC 50 jaar academische gezondheidszorg in Rotterdam (Utrecht: Matrijs, 2016).

[4] A. Querido aan H. Bruining, Leiden, 22 augustus 1966. GAR BNR 1386 inv. nr. 891.

[5] “Voorlopig beknopt overzicht over personen die in aanmerking komen voor de positive van hoogleraar in de medische fysica”. GAR BNR 1386 inv. nr. 891.

[6] G. van den Brink, “Hoe ons het horen en zien vergaat” (Delft: Waltman, 1969) (https://repub.eur.nl/pub/78393)

[7] Wim van Duyl, “Medische technologie: een vak apart?” Tijdschrift van het NERG 66 (2001), 68-79.

[8] Redactie Erasmus MC, “Nauwere samenwerking met TU Delft en EUR”, april 2019. https://nieuws.erasmusmc.nl/nieuws/nauwere-samenwerking-eur-en-tu-delft/ (laatst geraadpleegd op 25 november 2019).

[9] “Fundamental and applied scientists, engineers, doctors and ethicists collaborate to improve health” Nature, May 2019. https://www.nature.com/articles/d42473-019-00143-2 (laatst geraadpleegd op 25 november 2019).


Posted

in